Voor al uw vragen – Sjan Kaethoven

Sinds het voorjaar van 2018 heeft de zorgcoöperatie een nieuw bestuurslid: Sjan Kaethoven. Zij verzorgt tijdelijk het wekelijkse spreekuur van het WMO-loket

Bij het WMO-loket kunnen alle inwoners van Hoogeloon terecht met vragen over wonen en welzijn. Dat ik uit Hoogeloon kom en zelf altijd in de zorg heb gewerkt (bij het Catharinaziekenhuis en later het Maxima Medisch Centrum), komt hierbij goed van pas. Ik weet hoe het werkt in de zorg en ken de verschillende organisaties die ik kan inschakelen.

Door mijn ervaring in het werken met mensen, kan ik vaak ook de vraag achter de vraag herkennen. Als er bijvoorbeeld net voor het weekend met spoed een hulpmiddel wordt aangevraagd, is er soms meer aan de hand. In zulke gevallen adviseer ik weleens om contact met de huisarts op te nemen.

Goed luisteren
In de twee uurtjes per week dat ik bij het WMO-loket zit, kan ik veel voor mensen betekenen. Vaak komt er in praktisch opzicht nogal wat op hen af, als er iets in hun leven verandert door ziekte of ouderdom. Niet alle mensen kunnen of willen hun kinderen inschakelen bij het regelen van zorg. Door hen hierin bij te staan kan ik geruststelling bieden. Ik luister goed waar ze behoefte aan hebben en vul benodigde formulieren mee in. Als het nodig is ga ik mee naar gesprekken met de gemeente of andere partijen.

Het fijne is dat ik er neutraal insta: ik hoef – behalve aan de WMO – aan niemand verantwoording af te leggen en kan er daardoor helemaal zijn voor mensen. En dat moet wat mij en de Zorgcoöperatie betreft ook zo blijven. Het gaat bij dit werk vooral om goed luisteren: wat hebben mensen nodig, wat kan ik doen om hen te ondersteunen? Dat betekent niet dat ze geen eigen verantwoordelijkheid hebben. Ook als je 80+ bent kun je dingen zelf regelen.

Ik ben nu bezig om te kijken hoe we de werkzaamheden van het WMO-loket in de toekomst het beste kunnen organiseren. Samen met de gemeente Bladel onderzoeken we als bestuur of er een betaalde kracht voor het WMO-loket kan komen. We vinden het belangrijk dat deze persoon, ook al zou hij of zij in dienst zijn van de gemeente, kan blijven werken op een manier die bij het dorp en de zorgcoöperatie past.

Mensenwerk
De manier waarop zorg wordt georganiseerd, heeft invloed op de maatschappij en op de manier waarop we met elkaar omgaan. In het verleden zijn er in ons land allerlei grote structuren bedacht, waar mensen nu nog op leunen. Dat heeft tot gevolg dat buurtbewoners niet zomaar even binnenlopen bij iemand die hulp nodig heeft, maar erop vertrouwen dat het wel door een instantie geregeld wordt. Voor bepaalde typen zorg kunnen standaardprocedures wel werken, maar oudere mensen passen vaak niet in de protocollen die zijn bedacht.

Zoals het hier in Hoogeloon door de Zorgcoöperatie is georganiseerd, moet het eigenlijk overal zijn: dat de gemeenschap zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid neemt voor de zorg van haar inwoners. Inmiddels is de zorgcoöperatie niet meer zo uniek. Er zijn in het hele land veel mooie initiatieven, zelfs bij grote zorginstellingen en ziekenhuizen. Meestal hoor je daar niet veel over en halen vooral negatieve dingen het nieuws, of wordt er op feestjes uitgebreid over missers gesproken. Vaak wordt daarbij vergeten dat zorgmedewerkers voor dit vak kiezen, omdat ze oprecht begaan zijn met mensen. Voor het geld hoeven ze het niet te doen, het werk en de tijden waarop je werkt zijn vaak zwaar.

Maatschappelijke waarden op het vlak van zorg veranderen en daarmee ook onze focus en opdracht als Zorgcoöperatie. Ik vind het leuk om daarover na te denken en mooie projecten mee op te zetten. Voordat ik bestuurslid werd, hield ik me ook al met dit soort kwesties bezig. Ik heb een master Zorgethiek en -Beleid gevolgd en zat in de commissie Ethiek van het ziekenhuis, toen ik daar nog werkte. Zorgethiek gaat over zorgen voor elkaar in het algemeen: het besef dat iedereen (jong en oud) op een bepaalde manier zorg nodig heeft. Wat voor zorg willen we bieden, wat past er bij de huidige ontwikkelingen en de mensen in ons dorp? Hoe kunnen we onze eigenheid blijven behouden en toch samenwerking zoeken met andere organisaties, inclusief de gemeente? De komende tijd gaan we dat als bestuur verder onderzoeken.